‘We spelen een belangrijke rol in de gezondheid van mensen’
Het afgelopen jaar werd gedomineerd door corona. Het was - én is - flink aanpoten voor directeur corporate affairs Robbert Smet en zijn collega’s. Samen zorgen ze ervoor dat het mRNA-vaccin van Pfizer en BioNTech voortdurend beschikbaar is voor de grootschalige vaccinatiecampagne die is ingezet.
De momenten dat hij zich met zijn surfboard naar Scheveningen kan spoeden zijn schaars. Maar ze zijn er wel, stelt de directeur corporate affairs. Eén zo’n onvergetelijk moment was afgelopen Oudejaarsdag. In het zonnetje op het water, kijkend naar de ademwolkjes van de andere surfers om zich heen. Koud, zonnig, maar bovenal prachtig. ’’Als de wind de goede kant opstaat, laat ik als het even kan alles vallen om te gaan surfen.’’
Surfen zorgt ervoor dat hij zijn hoofd even helemaal leeg kan maken en tot rust kan komen. En dat is soms wel nodig, erkent hij. Robbert Smet viel toen hij een jaar geleden bij Pfizer startte met zijn neus ‘middenin de vaccinboter’, zoals hij het zelf zegt. Dat was vlak voordat de Wereldgezondheidsorganisatie bekend maakte dat er een wereldwijde coronapandemie bestond en Pfizer en BioNTech begonnen met het ontwikkelen van een COVID-19-vaccin. ’’Ik heb het ontwikkel- en onderzoekstraject van dichtbij meegemaakt en kijk terug op een boeiend jaar. Corona heeft voor veel leed gezorgd. Maar ik ben trots op iedereen die het mogelijk heeft gemaakt dat het vaccin er nu is.’’
Van economie tot gezondheidszorg
Voordat Robbert bij Pfizer terecht kwam, werkte hij op diverse andere plekken in de gezondheidssector. ’’Dat was na mijn studie geen bewuste keuze. Maar ik vind het een mooi thema om mee bezig te zijn. Zowel vanuit economisch oogpunt als vanuit politiek oogpunt is het een zeer interessante sector, met veel verdelingsvraagstukken.’’
In een ‘vorig leven’ studeerde de Zeeuw economie, met het idee om consultant te worden. Een wereldreis door Australië en Zuidoost-Azië bracht hem op een ander idee. ’’Tijdens het reizen genoot ik van het lezen van lokale kranten. Om te ontdekken wat daar speelde en hoe de mensen waren. Het DNA van de maatschappij interesseerde mij meer dan het lokale bedrijfsleven.’’
‘Gezondheidszorg was na mijn studie geen bewuste keuze. Maar ik vind het een mooi thema om mee bezig te zijn.’
Na terugkomst werkte hij bij de ministeries van Buitenlandse Zaken en VWS. ’’Daar kreeg ik de ruimte om maatschappelijke onderwerpen te benaderen als econoom. Dat vond ik ontzettend leuk.’’
Later was hij adviseur bij de Tweede Kamerfractie bij D66 en rondde hij zijn master politieke wetenschappen af. Hij werd vader en zocht daarom naar een minder hectische baan, liefst op een plek waar ‘de politiek, maatschappelijke onderwerpen en de dynamiek er tussen’ samenkwamen. Het werd de gezondheidssector. ’’Daarin gebeurde op dat moment ontzettend veel.’’
‘Mijn verantwoordelijkheid is om draagvlak te creëren voor wat we doen in Nederland’
Hij werkte bij de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen en Philips voordat hij begin 2020 directeur corporate affairs werd bij Pfizer. Een functie die voor Pfizer belangrijk is. ’’Mijn verantwoordelijkheid is om contact te onderhouden met alle stakeholders die niet commercieel zijn, van zorgverzekeraars, politici, overheden tot media en patiëntenorganisaties,’’ legt hij uit over zijn werk. ’’En om draagvlak te creëren voor wat we doen in Nederland.’’
Hij maakt deel uit van het managementteam van Pfizer Nederland. En nu, tijdens de coronacrisis, onderhoudt hij regelmatig contact met de overheid en het RIVM over de leveringen en alle praktische zaken daaromheen. ’’Wij helpen VWS bijvoorbeeld met informatie voor politieke besluitvorming en overleggen. Krijgen wij bijvoorbeeld niet minder vaccins dan andere Europese lidstaten?’’
Vooralsnog loopt het productie- en distributieproces soepel. ’’De opschaling van onze productie en de levering van ons vaccin in Nederland lopen volgens planning. Totnutoe verloopt de samenwerking tussen alle partijen hartstikke goed.’’
Focus en issue management
De directeur corporate affairs hoopt dat deze goede verstandverhouding tussen de overheid, geneesmiddelenbedrijven, zorgverzekeraars, ziekenhuizen en andere zorgpartijen ook na de coronapandemie blijft bestaan. ’’We hoeven het als partijen niet voortdurend met elkaar eens te zijn. Als we maar kunnen blijven praten met elkaar over de geneesmiddelen die we leveren.’’ Daar kan Pfizer ook zelf haar bijdrage aan leveren, denkt Robbert Smet. ’’Voor ons betekent het dat je je stakeholders goed moet kennen. Waar heeft dat invloed op je eigen gedrag en je eigen bedrijf? Je moet niet alleen mooi praten, maar ook mooi doen. Dat is een grote uitdaging.’’ Hij vervolgt: ’’Intern is mijn ambitie dat we veel meer focus creëren op wat we belangrijk vinden. We willen daarnaast veel meer doen aan issuesmanagement. Als je wil dat de buitenwereld positief over je is, moet je veel meer naar buiten dragen wat je allemaal doet. En ook open antwoord geven als er kritiek komt.’’
‘Intern is mijn ambitie dat we veel meer focus creëren op wat we belangrijk vinden.’
Robbert voelt zich als een vis in het water bij Pfizer. ’’Wat ik heel interessant vind, is de stap die Pfizer zet richting wetenschap en steeds nadrukkelijker de focus legt op biofarmaceutische wetenschappen en de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en vaccins. Het is een geweldig bedrijf om bij te werken en om onderdeel uit te maken van deze dynamiek. Daarnaast maken we een bijzondere tijd mee en geeft het mij energie om daar een rol in te mogen spelen’’, zegt hij.
Geneesmiddelenonderzoek naar Nederland krijgen
’’Het gave nu met het coronavaccin is dat je echt iets nieuws maakt en tegelijkertijd meemaakt hoe het mensen kan helpen. Pfizer heeft de move gemaakt om zich volledig te focussen op nieuwe, innovatieve geneesmiddelen. En dat is de basis waarmee je respect verdient. Aan het maken van nieuwe middelen hangt wel een prijskaartje. Maar daardoor kun je doorlopend investeren in nieuwe behandelingen. Dat is wat we doen en waarom we een partner zijn in de gezondheidszorg.’’
Eén van zijn taken is ook het lobbyen om meer geneesmiddelenonderzoek naar Nederland te krijgen. ’’Samen met anderen richten we ons op het versterken van het Nederlandse innovatieve ecosysteem. Hoe zorg je dat de condities om onderzoek in Nederland te doen, optimaal zijn? Zodat er meer studies naar Nederland komen.’’ Je kunt daarbij breder denken, stelt hij. ’’Bijvoorbeeld aan het beschikbaar maken van data voor onderzoek in Nederland. Of dat je patiënten in staat stelt om data over hun eigen gezondheid in te zien en zelf te delen.’’
Toegang tot nieuwe geneesmiddelen
Een andere prioriteit is het optimaliseren van de toegang tot nieuwe geneesmiddelen in Nederland. ’’Je ziet dat het soms lang duurt voordat nieuwe geneesmiddelen in Nederland worden toegelaten en terechtkomen bij patiënten.’’ Nu met het COVID-vaccin blijkt de toelatingsprocedure van nieuwe geneesmiddelen veel sneller te kunnen verlopen. ’’Iedereen zat te wachten op het COVID-vaccin. Daardoor konden allerlei procedures opeens gelijktijdig en/of overlappend en daardoor veel sneller gaan.’’ Dat zou met kankermedicijnen niet anders moeten zijn, stelt Robbert Smet. ’’Ook daar wachten patiënten met smart op. Maar je moet wel durven om dezelfde aanpak na te streven. We kunnen er samen voor zorgen dat allerlei processen die nodig zijn voor de ontwikkeling, onderzoek en toelating van nieuwe geneesmiddelen meer parallel gaan lopen, in plaats van na elkaar.’’
Goed nieuws alvast is dat de overheid onderzoekt of de toelating voor weesgeneesmiddelen sneller kan verlopen. Het zou mooi zijn als dit ook voor andere soorten behandelingen gebeurt, stelt de directeur corporate affairs. Ook hier kan Pfizer een bijdrage aan leveren, denkt hij. ’’We proberen constructief bij te dragen aan gespreken daarover. En hebben bijvoorbeeld alle obstakels in de toelatingsprocedures voor innovatieve kankermedicijnen uitgeschreven. Om te laten zien wat we zelf kunnen verbeteren en wat andere partijen kunnen doen. Dit kunnen we ook doen op andere gebieden, zoals voor gentherapie.’’
‘Als je samenwerkt, kun je de gezondheidszorg veel sneller verbeteren’
Robbert Smet denkt dat het daarnaast belangrijk is dat de zorgpartijen gaan nadenken over de introductie van nieuwe financiële modellen voor de vergoeding van nieuwe, zeer geavanceerde en daarom soms kostbare geneesmiddelen. Om te zorgen dat de gezondheidszorg ook in de toekomst duurzaam en betaalbaar blijft. ’’Hoe ga je betalen voor een gentherapiebehandeling die misschien twee miljoen euro kost? Kies je voor een no cure, no pay-model of voor gespreide betaling? Dat is een vraag waar je samen over na moet denken. EFPIA, de Europese koepelorganisatie voor geneesmiddelenbedrijven, heeft daar verschillende modellen voor ontwikkeld.’’
Wat hij hoopt te hebben bereikt over tien jaar? Hij glimlacht. ’’Ik hoop dat we dan echt een gesprekspartner zijn binnen de gezondheidssector voor de andere zorgpartijen. En dat we gezien worden als echte zorgpartij. Dan hebben we veel bereikt. Het is belangrijk en noodzakelijk. We spelen een grote rol in de gezondheid van mensen. Veel mensen zijn afhankelijk van medicijnen. Kijk maar naar het COVID-vaccin nu. Als je samenwerkt, kun je de gezondheidszorg veel sneller verbeteren en veel meer bereiken.’’
Bronnen: