Bij wie kan een RS-virusinfectie ernstiger verlopen?
Het respiratoir syncytieel virus (RS-virus) veroorzaakt luchtweginfecties. Als het virus boven in de luchtwegen blijft, is de infectie onschuldig. Het zal daar slechts voor een milde verkoudheid zorgen. Maar zodra het RS-virus dieper de luchtwegen binnendringt, kan een ergere infectie ontstaan – zoals bronchitis of een longontsteking.2
Zoals je misschien weet, kan het RS-virus gevaarlijk zijn voor jonge baby’s en 65-plussers. Maar ook bij volwassenen kan een besmetting nadelig uitpakken.2
Een verhoogde kwetsbaarheid voor het RS-virus kan verschillende oorzaken hebben, zoals een chronische ziekte of een verminderde weerstand.2 Hieronder staan de belangrijkste risicogroepen genoemd.
Chronische longaandoeningen
Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is een chronische aandoening waarbij de longen en luchtwegen zijn beschadigd. Ademhalen wordt hierdoor moeilijker. Bij mensen met COPD kan een besmetting met het RS-virus een longaanval uitlokken.3 Tijdens een longaanval worden de ‘normale’ dagelijkse klachten plotseling heel heftig. Wat iemand precies ervaart, dat verschilt per persoon. Maar vaak gemelde klachten zijn heftig hoesten en benauwheid.4
Ook de klachten die bij astma horen kunnen verergeren door besmetting met het RS-virus. Dit zorgt soms voor een astma-aanval.2,5 Tijdens zo’n aanval snak je letterlijk naar adem. Ademen kost moeite, gaat vaak sneller dan normaal en kan gepaard gaan met een piepend geluid.6
Hart- en vaatziekten
Onderliggende hart- en vaatziekten verhogen de kans om erger ziek te worden van het RS-virus. Maar dat werkt ook de andere kant op: als je iets aan je hart hebt, kan een RS-virusinfectie dat verergeren.7
Laten we dit tastbaarder maken met een wetenschappelijke studie. Hierin werd gekeken hoe het volwassenen verging die in het ziekenhuis waren opgenomen met het RS-virus.8 Wat bleek?
Volwassenen met een hart- en vaatziekte liepen groter risico op acute hartproblemen dan mensen zonder. Bij acute hartproblemen kun je denken aan situaties waarin de pompfunctie van het hart snel verslechtert, het hart onregelmatig gaat kloppen of er zelfs helemaal mee ophoudt.
Twee voorbeelden van hart- en vaatziekten die het risico verhogen zijn hartfalen en coronaire hartziekten. Bij hartfalen heeft het hart moeite om voldoende bloed door het lichaam rond te pompen. In het geval van een coronaire hartziekte is er iets mis met de bloedvaten rondom de hartspier. Door vernauwing van die bloedvaten krijgt het hart onvoldoende zuurstof.
Een verminderde weerstand
Iemand met een verminderde afweersysteem (immuunsysteem) heeft een verzwakte weerstand. Hoe zwakker dat immuunsysteem is, hoe moeilijker het wordt om infecties buiten de deur te houden (bijvoorbeeld het RS-virus).
Waardoor kan het immuunsysteem zijn kracht eigenlijk verliezen? Dat kan door verschillende aandoeningen komen, waaronder een van de ruim 400 zeldzame aangeboren stoornissen van het afweersysteem.9
Ook andere ziektes, zoals een nierziekte, diabetes of hiv/aids drukken zwaar op het immuunsysteem waardoor het niet meer goed kan werken.2,9-12
Maar niet alleen ziektes kunnen verantwoordelijk worden gehouden. Medicijnen ook. Denk aan chemotherapie. Of medicijnen die de afweer bewust onderdrukken om reuma te behandelen. Verder hebben stamcel- en orgaantransplantaties een negatieve invloed op het afweersysteem.10
En als laatste een groep die niet per se extra gevaar loopt door een aandoening of medicatiegebruik, maar wel vanwege de plek waar ze zich bevinden. Mensen die verblijven in verpleeg- en verzorgingstehuizen zijn namelijk ook extra kwetsbaar. In die instellingen zorgt het RS-virus regelmatig voor uitbraken, wanneer er in korte tijd meer ziektegevallen voorkomen dan i het algemeen wordt verwacht.13