Zo veel te doen
Het zal u wellicht niet ontgaan zijn in de media. Het RIVM meldde eind september dat het aantal coronabesmettingen weer toeneemt. "Mogelijk is dit het begin van de verwachte covid-najaarsgolf", aldus het RIVM. ‘Hoe nu verder?’, vraagt u zich misschien af.
Welnu, omdat het virus continu verandert, moe(s)ten de vaccins ook aangepast worden om de hoogste effectiviteit te geven. Dat is ook de reden waarom er weer een vaccinatieronde is. Net zoals uw virus-software op uw computer jaarlijks een update nodig heeft, heeft u er baat bij als uw lichaam weet tegen welke virusvariant het zich moet verdedigen. Door hernieuwde vaccinatie bent u weer optimaal beschermd.
Let wel, eenieder moet, en mag, voor zichzelf beslissen om weer een coronaprik te halen. U wordt door niemand verplicht. Ook niet door de overheid. Dit is ook nooit zo geweest. Maar er zijn argumenten te geven om het toch vooral wel te doen. Zo voorkomt een boostervaccin bij kwetsbaren de kans op ernstige ziekte (en soms overlijden), het voorkomt (weer) een overbelasting in de zorg (zodat de reguliere zorg gewoon door kan gaan) en het gaat maatschappelijke belasting tegen (denk aan personeelstekorten). Tot slot verkleint een booster de kans op infectie beter dan de bescherming die u nog geniet van uw laatste vaccinatie. Voordelen hiervan zijn bijvoorbeeld een kleinere kans op Long COVID en een lagere kans dat infectie doorgegeven wordt. Want wat je niet krijgt, kun je ook niet doorgeven.
Maar blijft het dan hierbij? Blijven we zo niet aan de gang? Voor het antwoord op deze vragen neem ik u graag mee achter de schermen bij Pfizer. Wat gebeurt daar allemaal? Waar is Pfizer mee bezig?
‘Wij hebben een waarschuwingssysteem waardoor we al in een vroeg stadium met 90% accuraatheid kunnen voorspellen welke nieuwe virusvariant belangrijk wordt.’
Ten eerste zijn we op dit moment hard bezig met alweer de volgende update van ons mRNA-coronavaccin. Wij hebben een waarschuwingssysteem waardoor we al in een vroeg stadium met 90% accuraatheid kunnen voorspellen welke nieuwe virusvariant belangrijk wordt. En uiteindelijk een Variant van Zorg (Variant of Concern, VoC). Die voorspellingen stellen ons in staat om nog vóór een variant dominant wordt een ‘mRNA-mal’ klaar te hebben. Zo kunnen we onmiddellijk met de productie van een geüpdatet vaccin starten. Ook die ‘mal’ zelf is nieuw; sinds een aantal maanden gebruiken we daar een nieuwe techniek voor met de intrigerende naam Doggy Bone DNA. dbDNA stelt ons in staat om vijf keer sneller en helemaal synthetisch (zonder gebruik te maken van cellijnen) deze mRNA-mallen te maken. De vorige methode bleek een flessenhals in ons productieproces, maar nu kunnen we weer met volle vaart vooruit.
Ten tweede werkt Pfizer aan een aantal methoden om de opgewekte immuunreactie tegen het coronavirus door de vaccins te verlengen en te verbreden. Ook wij zien dat de vaccinatiebereidheid afneemt. En we hopen met bijvoorbeeld een jaarlijks vaccin die bereidheid niet op de proef te stellen. De verlenging van de immuunreactie van je lichaam kan worden opgewekt door simpelweg de dosis te verhogen (wat mogelijk meer bijwerkingen geeft). Maar het kan ook door bijvoorbeeld je T-cellen, die met coronavirus geïnfecteerde menselijke cellen opruimen, extra te stimuleren. De immuunrespons bestaat namelijk uit een snelle (antilichaam) respons en een wat langzamere maar langduriger cellulaire (T-cel) respons. We proberen nu verschillende opties uit om de immuunfunctie van de T-cellen te optimaliseren.
Ten slotte werken we ook nog aan een pan-corona vaccin. Zo’n vaccin zou bescherming moeten bieden tegen de huidige én toekomstige varianten. Dat is natuurlijk geen sinecure maar wel ontzettend belangrijk. Zo’n vaccin zou ons uiteindelijk (en hopelijk) van corona afhelpen. Maar zou ook betekenen dat onze inkomsten uit het vaccin opdrogen. Het klinkt voor de buitenwereld misschien gek, maar dat houdt ons niet tegen. Want pas als we corona écht tot een “griepje” – wat het nu zeker niet is - hebben gereduceerd, kunnen we allemaal verder. U met het ‘oude leven’ weer oppakken en wij verder met ons focussen op de volgende uitdagingen.
Zeldzame genetische aandoeningen, behandelingen voor kanker waarvoor nog geen behandelingen bestaan (of de huidige geneesmiddelen nog niet goed genoeg zijn) of een volgende trits aan virale en bacteriële respiratoire infecties. Er is nog zo veel te doen.