‘Werk is een belangrijk onderdeel van het leven’
Jaarlijks krijgen ongeveer 45.000 Nederlanders in de werkende leeftijd de diagnose kanker. Steeds vaker krijgen oncologen en oncologieverpleegkundigen daardoor te maken met patiënten die vragen stellen over het werk. Het Alexander Monro Ziekenhuis deed mee aan het project Target@Work. Volgens internist-oncoloog Emine Göker is dat een mooie tool om werk onderdeel te laten zijn van de behandeling en begeleiding van patiënten.
“Werk is voor de meeste mensen een groot deel van hun leven.” Emine Göker werkt sinds de opening in 2013 bij het Alexander Monro Ziekenhuis (AMZ) in Bilthoven. Het AMZ is gespecialiseerd in borst(kanker)zorg. “We diagnosticeren en behandelen borstkanker, goedaardige borstaandoeningen, erfelijke aanleg en familiair verhoogd risico. Verder doen we screening na verwijzing door de huisarts en vervolgtrajecten vanuit het bevolkingsonderzoek.”
Eén op de zeven vrouwen krijgt borstkanker. En ook mannen kunnen de ziekte krijgen, al zijn dat er veel minder. Het grootste deel van de patiënten werkt op het moment dat de diagnose borstkanker wordt gesteld. Het borstkankertraject is over het algemeen langdurig. Ook kunnen de behandelingen nog op lange termijn effecten veroorzaken. Om die reden wordt voor en tijdens de behandeling al aandacht gegeven aan de mogelijke gevolgen van de behandeling voor het werk.
De internist-oncoloog vertelt dat het onderwerp werk daarom ook al vanaf de start aandacht krijgt binnen het AMZ. “We zijn mee gaan doen aan Target@Work om te kijken hoe we daarop nog meer en gerichter kunnen inzetten. Binnen het AMZ zijn we een multidisciplinair team. Vanuit alle verschillende disciplines hebben we deelgenomen. Target@work biedt handige tools voor werkgerichte zorg.”
Tools voor werkgerichte zorg
Target@work bestaat onder meer uit vakgroepbijeenkomsten, maar ook uit een gesprekshulp voor kanker en werk. Zorgprofessionals krijgen verder informatie die ze kunnen delen met hun patiënten. Een speciale screening helpt hen om een snelle indruk van het werk van de patiënt te krijgen. Fit for Work-checklijsten helpen om te kijken of iemand weer aan de slag kan. Kijk voor meer informatie op: www.targetatwork.nl/kanker.
Medische behandeling staat voorop
“Vanzelfsprekend staat de medisch inhoudelijke behandeling voor de patiënt altijd voorop”, geeft Göker aan. “Maar het is ook belangrijk om te kijken naar de persoonlijke omstandigheden. Samen met de patiënt kun je vervolgens kijken hoe de behandeling het beste aansluit. En werk is onderdeel van iemands (dagelijks) leven.”
De internist-oncoloog van het AMZ noemt het voorbeeld van een patiënt die mondhygiënist of professioneel pianist is. “Deze patiënten moet je goed informeren over de mogelijke bijwerkingen die een chemotherapie in de handen kan geven. Je kunt er tintelingen van krijgen of een dof gevoel. Het kan dus direct van invloed zijn op hun werk en daarmee op hun kwaliteit van leven. Elke patiënt heeft het recht om volledig geïnformeerd te worden over welke effecten een behandeltraject op zijn of haar leven kan hebben.’’
Zo’n 40 procent van zorgprofessionals bespreekt werk
Uit cijfers uit 2019 van de Nederlands Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) blijkt dat vanuit de zorg er gerichter aandacht mogelijk is voor het werk dat de patiënt doet. Denk daarbij aan het bespreken van de gevolgen van de behandeling. Ongeveer veertig procent van de zorgprofessionals oncologie bespreekt dit al. Zij vervullen daarmee een duidelijke behoefte van de patiënt, zo blijkt uit navraag. Zo’n 87 procent van de kankerpatiënten is tevreden als er vanuit de zorg aandacht is voor hun werk.
Werkt zorgt voor doel in het leven
Göker merkt dat werk voor veel mensen van grote betekenis is. “Het geeft voldoening en zorgt voor een doel in het leven. Werk regelt sociale contacten, geeft een ritme in je leven en het draagt bij aan je herstel. Maar het is niet altijd vanzelfsprekend dat mensen die kanker krijgen, kunnen blijven werken. Ondanks dat de overlevingskansen steeds verder verbeteren, heeft de ziekte altijd invloed op je werkleven.”
‘Werk geeft voldoening en zorgt voor een doel in het leven.’
Zeker omdat behandeltrajecten vaak een langere periode beslaan, is het volgens de internist-oncoloog van groot belang om te praten over het werk. “Als je daaraan geen aandacht besteedt tijdens de behandeling, dan kan er een enorm gat ontstaan om weer te re-integreren. En met alle informatie die wij geven, kan de patiënt het zelf bespreekbaar maken. Bijvoorbeeld bij de bedrijfsarts van de werkgever. Het is belangrijk dat werkgevers weten wat er speelt en welke gevolgen de behandeling kan hebben op het werk. Op die manier kan hier rekening mee worden gehouden.”
Eén op de tien verliest zijn baan
Cijfers uit 2019 van het NFK laten zien dat het niet altijd vanzelfsprekend is dat mensen die kanker krijgen, kunnen blijven werken. Jaarlijks krijgen ongeveer 45.000 mensen in de werkende leeftijd de diagnose kanker. Eén op de tien verliest zijn baan. Ongeveer 60 procent krijgt te maken met financiële gevolgen.
Onderwerp ‘werk’ staat nu vetgedrukt
De resultaten uit het AMZ binnen het Target@Work project hebben bevestigd dat het AMZ op de goede weg is met het op de kaart zetten van het onderwerp werk. “Werk wordt al genoemd in de vragenlijst bij de intake, maar sinds onze deelname hebben we het woord ‘werk’ vetgedrukt”, vertelt Göker. “We vragen tijdens het hele behandeltraject hoe het met het werk gaat.”
‘Wij vinden het wel belangrijk dat het een regelmatig terugkerend gespreksonderwerp is.’
Bij de eerste kennismaking is werk natuurlijk nog geen gespreksonderwerp. “Als een patiënt net een knobbeltje heeft ontdekt, dan gaan de gedachten naar heel andere zaken uit. Dat geldt ook wanneer je de diagnose krijgt. Dan heeft iemand geen rust of ruimte in haar hoofd om over werk na te denken. Maar daarna vinden wij het wel belangrijk dat het een regelmatig terugkerend gespreksonderwerp is. Daarom is het opgenomen in de standaard vervolgvragenlijsten.”
Werk kan energie geven
Zelf denkt Göker nog altijd terug aan een van haar patiënten die kapster was. “Door de chemotherapie werd ze kaal, maar ze besloot haar werk te blijven uitvoeren. Ook al was ze elke dag met haar bezig en werd ze geconfronteerd met haar ziekte en de behandeling, ze merkte dat werken haar goed deed. De gesprekken met haar klanten vond ze fijn. Ik neem nog steeds mijn petje af voor de manier waarop zij ermee omging. Ik vind haar echt een voorbeeld van hoe werk dus ook energie kan geven. Werken kan bijdragen aan je algehele welbevinden en de toekomst die je nog voor je hebt.”
Volledig informeren om te beslissen
Natuurlijk kan een behandeling niet zomaar worden aangepast vanwege werkomstandigheden. “Maar we nemen als arts en patiënt wel altijd samen de beslissingen. En om dat te kunnen doen, moet je als patiënt volledig worden geïnformeerd. Als iemand dan klachten ervaart van de therapie die werkbelemmerend zijn, kunnen we altijd kijken hoe we verder gaan.”
Heel soms kan er wel iets aan de behandeling worden aangepast. Bijvoorbeeld met okselbesparend behandelen. In zo’n geval kan een politieagente bijvoorbeeld toch haar holster blijven dragen. Göker: “Uiteindelijk beslist de patiënt. Wij geven alle informatie die ze nodig hebben. Dus ook over de beste overlevingskansen.”