Kinderen groeien sneller in de zomer dan in de winter
Leestijd: 4 minuten lezen
Het onderzoeken en diagnosticeren van een mogelijke groeistoornis bij een groeiachterstand is een taak van de specialist. Er zijn verschillende momenten waarop een groeistoornis aan het licht kan komen.
De groei van het kind wordt vanaf het moment dat hij in de buik van zijn moeder zit tot aan zijn 18e jaar regelmatig gecontroleerd door achtereenvolgens de verloskundige, het consultatiebureau en de schoolarts. Zij noteren alle gegevens omtrent gewicht en lengte in een groeicurve (die is er voor jongens en meisjes).
Uit het verloop van de curve blijkt of het kind normaal groeit. Als de curve van het kind aanhoudend onder de ‘-2SD’ blijft of ineens daaronder komt, wordt gezocht naar de mogelijke oorzaak van de groeiachterstand.
Vaak hebben de ouders ook al gesignaleerd dat hun kind kleiner blijft dan andere kinderen van dezelfde leeftijd en maken zij zich zorgen. Een afwijking in de groei betekent echter niet altijd dat er iets mis is. Ieder kind is uniek en niemand groeit precies volgens het boekje.
Onderzoek naar groeistoornis
Wanneer een kind écht te klein blijft voor zijn of haar leeftijd zal de huisarts of de arts van het consultatiebureau samen met de ouders kijken of het kind wel goed eet en of het vaak ziek is. Blijft de oorzaak van de groeiachterstand onduidelijk, dan wordt je doorverwezen naar de kinderarts. Om vast te kunnen stellen of er sprake is van een groeistoornis, gaat de kinderarts het kind verder onderzoeken.
Een groeistoornis kan vele oorzaken hebben
Het is van groot belang dat beide ouders bij het eerste bezoek aanwezig zijn. Niet alleen omdat twee ouders meer weten en opslaan dan één, maar ook omdat de arts een beter beeld krijgt van de familiegeschiedenis en erfelijke factoren. Naast informatie over de ouders zal de arts zoveel mogelijk willen weten over de gezondheid van het kind na de geboorte en in de eerste levensjaren.
Vele oorzaken van groeistoornis
Een groeiachterstand kan verschillende oorzaken hebben. Factoren die van invloed zijn op de groei zijn te verdelen in drie groepen: omgevingsfactoren, erfelijke factoren en ziekten.
Omgevingsfactoren die de groei van een kind negatief kunnen beïnvloeden: ongezonde voeding of ondervoeding, verkeerd en overmatig sporten, stress door slechte leefomstandigheden, mishandeling of emotionele of fysieke verwaarlozing, drugs, roken en overmatig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap en het wisselen van de seizoenen. Kinderen groeien sneller in de zomer dan in de winter. Wetenschappers weten dat dit zo is, maar niet precies waarom. Ze vermoeden dat dit komt door de zon en doordat kinderen even rust hebben van school.
Erfelijke factoren die bepalend zijn voor de eindlengte van een kind zijn geslacht (jongens worden meestal langer dan meisjes), lengte van de beide ouders, etnische achtergrond (mensen uit bijvoorbeeld Azië hebben een andere bouw en lengte dan mensen uit West-Europa).
Je hebt ook ziekten die de groei kunnen vertragen of zelfs stoppen zoals ziekten aan het hart, de longen, de lever, het maagdarmstelsel en de nieren, maar ook aanleg stoornissen, zoals een abnormale groei van het bot of kraakbeen of een erfelijke afwijking zoals het syndroom van Turner en het Prader-Willi syndroom waarbij kinderen een tekort aan groeihormoon hebben.
Bronnen
test