Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe ontstaat trombose?

Leestijd: 4 minuten

Trombose is de afsluiting van een ader of slagader door een bloedprop (trombus in het Latijn). In ons bloed zitten stoffen die zorgen voor bloedstolling. Zodra een wondje ontstaat, zorgen deze stoffen dat het wondje sluit en het bloeden stopt. In het bloed zitten ook antistollingsstoffen die zorgen dat de bloedstolling weer op het juiste moment stopt. Ook breken ze te grote stolsels af. Wanneer dit systeem uit evenwicht raakt kan trombose ontstaan wat levensgevaarlijk kan zijn.

Trombose is de afsluiting van een ader of slagader door een bloedpro

Verschillende oorzaken

Trombose heeft verschillende oorzaken. Het ontstaan van trombose kan aan de kwaliteit van het bloedvat liggen. Denk bijvoorbeeld aan slagaderverkalking. Maar ook een te trage bloedsomloop kan ertoe bijdragen. Zoals tijdens langdurige bedrust, bijvoorbeeld na een operatie. Ook kanker en de behandelingen ertegen kunnen trombose veroorzaken.

 

Bloedstolling zonder wondje

Bij trombose is het zo dat het bloed stolt terwijl er geen wondje is. Maar ook kan er een bloedprop ontstaan die alsmaar doorgroeit en een bloedvat of ader gedeeltelijk of helemaal kan afsluiten. Een verstopt of gedeeltelijk verstopt bloedvat betekent dat het bloed niet goed kan komen waar het heen moet. Hierdoor kan het lichaamsweefsel waar het bloed heen moet lopen om het van zuurstof te voorzien, minder van bloed en zuurstof worden voorzien. Dit weefsel kan been-, long-, hart- maar ook hersenweefsel zijn.

Longembolie kan dodelijk zijn

Er kan ook een stukje van een bloedprop afbreken en met het bloed meestromen naar een ander deel van het lichaam, om daar vast te lopen in een kleiner bloedvat. Zo’n vastgelopen stukje stolsel heet een embolus. Wanneer het stolsel vastloopt in een bloedvat van de longen dan is het een longembolie. Een longembolie kan dodelijk zijn.

Veneuze trombose

Wanneer een ader verstopt raakt, heet dat veneuze trombose. Per jaar krijgen in Nederland zo’n 40.000 mensen een veneuze trombose. Wanneer een bloedprop in de dieper gelegen aderen van het been optreedt, is dat een diepe veneuze trombose (DVT).

Dit herken je aan zwelling van het been, gevoeligheid van de huid bij aanraking, pijn in het been, roodpaars gekleurde huid en zichtbare aderen. Trombose in een oppervlakkig gelegen ader wordt tromboflebitis genoemd.

Een veneuze trombose kan leiden tot de chronische aandoening PTS (posttrombotisch syndroom). Deze aandoening aan de bloedvaten van been of arm ontstaat bij ongeveer een kwart tot de helft van patiënten die een trombosebeen of trombosearm hebben gehad.

Kwaliteit van leven aangetast

Het bloedstolsel in het been of arm kan de klepjes in de ader beschadigen. Hierdoor kunnen mensen klachten krijgen zoals een zwaar, moe gevoel of kramp en vochtophoping in het aangedane lichaamsdeel, eczeem, spataderen, witte of bruine verkleuringen op de huid, een dunne glanzende huid en moeilijk genezende wonden.

Het posttrombotisch syndroom tast de kwaliteit van leven ernstig aan. Een belangrijk onderdeel daarbij vormt de zogenaamde compressietherapie met behulp van steunkousen. Als eenmaal een posttrombotisch syndroom is ontstaan, houdt de helft van de mensen er last van.

Hartinfarct door trombose in slagader

Trombose kan ook voorkomen in een slagader. Dan is sprake van arteriële trombose en dat kan leiden tot een hartinfarct of herseninfarct. Het kan ook aanleiding geven tot de chronische aandoening PAV (perifeer arterieel vaatlijden), een ziekte van de slagaderen vaak in de benen, soms in de armen. PAV is ook een belangrijke risicofactor voor een herseninfarct, chronisch hartfalen en coronaire hartziekten.

Bij PAV wordt de bloedaanvoer naar de benen afgeremd waardoor de weefsels die van dat bloedvat afhankelijk zijn, te weinig bloed en dus zuurstof krijgen. Mensen die dit hebben, ervaren pijn bij het lopen in hun kuiten, dijbeen of billen. Na een tijd rust verdwijnt de pijn weer. Dit fenomeen staat beter bekend als etalagebenen.

Wanneer loop je risico op veneuze of arteriële trombose?

We leggen het verschil tussen veneuze en arteriële trombose nog eens, maar dan simpeler, uit. Het bloed stroomt door twee soorten bloedvaten: de slagaderen en de aderen. Slagaderen worden ook wel arteriën genoemd en aderen, venen.

Trombose kan zowel in de slagaderen als in de aderen ontstaan. Trombose in de aderen wordt veneuze trombose genoemd. Trombose in de slagaderen arteriële trombose. In de slagaderen stroomt bloed van je hart af en in je aderen ernaar toe. Wanneer bloed door je lichaam stroomt, komt het twee keer langs je hart.

 

Rondje langs de longen

Het maakt een klein rondje langs de longen (de kleine bloedsomloop) en een grote ronde door het hele lichaam (de grote bloedsomloop.)
Trombose kan in alle bloedvaten voorkomen, maar komt het meeste voor in de dieperliggende aderen in benen en armen. Deze vorm van trombose wordt ook wel diep-veneuze trombose genoemd.

Waardoor loop je risico op arteriële trombose?

  • Hartproblemen
  • Hoge bloeddruk
  • Verhoogd cholesterolgehalte
  • Erfelijkheid
  • Diabetes
  • Roken
  • Weinig bewegen
  • Overgewicht

Waardoor loop je risico op veneuze trombose?

  • Kanker
  • Zwangerschap
  • Pilgebruik en andere hormoonbehandeling
  • Weinig bewegen (bijvoorbeeld na een operatie)
  • Chronische ontstekingsziekten zoals de ziekte van Crohn en reuma
  • Erfelijkheid
Bronnen
Bloedserieusmagazine bestellen?
Belangrijke websites

Bronnen

Belangrijke websites

NaamWebsite
Trombosestichtinghttps://www.trombosestichting.nl/
Kankerentrombose.nlhttps://www.kankerentrombose.nl/
Dutch Thrombosis Networkhttp://www.dutchthrombosisnetwork.org/
Bloedserieusmagazinehttp://bloedserieusmagazine.nl/
Fragmin.nlhttp://www.fragmin.nl/
SmPChttp://www.pfizer.nl/products/fragmin

 

Pagina beoordelen Like Dislike
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.