Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Overslaan en naar de inhoud gaan

‘Steeds meer mannen sterven mét in plaats van aan prostaatkanker’

Leestijd: 4 minuten

Mannen met prostaatkanker moet je zo min mogelijk en zo laat mogelijk behandelen. ’’Om hen zoveel mogelijk levenskwaliteit te laten behouden,’’ vertelt professor Luca Incrocci, radiotherapeut-oncoloog en seksuoloog van het Erasmus MC. ’’Uit onderzoek blijkt dat dertig tot veertig procent van de mannen met prostaatkanker nooit behandeling nodig heeft.’’

Professor Luca Incrocci:‘Steeds meer mannen sterven mét in plaats van aan prostaatkanker’ | Pfizer Nederland

De bijzonder hoogleraar urogenitale radiotherapie praat gepassioneerd over zijn vakgebied waar hij per toeval in belandde. De Italiaan kwam ooit voor de liefde naar Nederland. Net afgestudeerd als arts, wilde hij misschien orthopedisch chirurg of huisarts worden. Via een advertentie belandde hij echter als art-assistent op de afdeling urologie.

‘Over seksuele problemen na prostaatverwijdering werd weinig gesproken’

Toenmalig afdelingshoofd urologie Professor Schröder wilde de nog niet Nederlands sprekende Luca niet te veel laten rondlopen op de verpleegafdeling en stelde hem voor om eerst onderzoek te doen naar prostaatverwijdering en seksuele problemen.

Incrocci ontdekte toen dat hij in het vakgebied van de urologie wilde blijven werken, maar dat chirurg worden niets voor hem was. ’’Ik besloot radiotherapeut te worden, omdat je daarbij veel meer met mensen in aanraking komt. Mijn opleider, professor Levendag stimuleerde me verder te gaan met onderzoek naar seksuele problemen, maar dan in relatie met bestraling.’’

Luca Incrocci promoveerde op het onderwerp en wist daarna zeker dat hij de rest van zijn carrière wilde wijden aan mensen met (prostaat)kanker en behoud van hun levenskwaliteit.

Elk jaar krijgen meer dan 12.000 Nederlandse mannen de diagnose prostaatkanker. Dit aantal stijgt. Mannen worden zich steeds bewuster van hun prostaat en trekken eerder aan de bel voor een meting van hun PSA-waarde: een meting van een eiwit in het bloed dat bij hoge concentratie kan duiden op prostaatkanker.

Uiteindelijk krijgt elke man op hoge leeftijd het. ’’Het is onbekend hoe dat komt. Maar heeft in elk geval met de veroudering van de prostaat te maken,’’ vertelt Incrocci. ’’Daarnaast worden we ouder.

Mannen hebben nu een gemiddelde levensverwachting van 80,1 jaar, dat draagt ook bij aan de stijging van het aantal diagnoses.”

 

Professor Luca Incrocci:‘Steeds meer mannen sterven mét in plaats van aan prostaatkanker’ | Pfizer Nederland

Toen hij begon als radiotherapeut-oncoloog zag Incrocci geen patiënt onder de zestig. Inmiddels is de jongste man die hij heeft behandeld 42 jaar. ’’Dat baart me wel zorgen. Mannen van in de vijftig of nog jonger belanden hier vaak per toeval, omdat ze bij een routine bloedonderzoek meteen hun PSA-waarde hebben laten meten. Of ze hebben soms erectieproblemen. Twintig jaar geleden bedacht niemand dat je dan prostaatkanker zou kunnen hebben.’’

’’Gelukkig weten we steeds beter hoe we prostaatkanker moeten behandelen’’, vervolgt hij zijn verhaal. ’’Vroeger kreeg iedereen dezelfde behandeling. Nu kijken we naar de patiënt als individu.’’

Steeds vaker worden mannen met prostaatkanker lange tijd niet behandeld. Echter uitstel van behandeling betekent niet altijd afstel. ’’Maar het zorgt wel dat mannen langer een goede levenskwaliteit behouden en geen last krijgen van de consequenties van de bestraling.’’ Aldus de radiotherapeut-oncoloog.

Onnodig ziek en ongerust

Hoe ouder je bent, hoe langzamer de ziekte zich ontwikkelt. Dat is ook een van de reden waarom er geen bevolkingsonderzoek wordt gedaan, zoals bij darm- en borstkanker. “Je spoort misschien wel meer mannen met prostaatkanker op, maar die hoeven niet allemaal meteen behandeld te worden. Je moet niet onnodig patiënten van hen maken.’’

Helaas zijn de behandeluitzichten voor jongere mannen anders, stelt Incrocci op serieuze toon. ’’Hoe jonger de mannen zijn, hoe agressiever hun prostaatkanker vaak is. Het kan dan snel gaan. Vaak zie je ook dat behandeling minder goed aanslaat. Dat ze sneller ongevoelig worden voor sommige therapieën en niet (lang)goed reageren op chemo.’’

Wanneer aan de bel trekken?

Er zijn volgens de medisch specialist feitelijk twee groepen mannen die er verstandig aan doen om aan de bel te trekken bij de huisarts.

’’Aan de ene kant heb je mannen met prostaatkanker in de familie. Het is goed als zij zich voor het eerst rond hun vijfenveertigste laten onderzoeken.’’

Daarnaast doen mannen er verstandig aan om naar de huisarts te gaan bij plasklachten. ’’Als je overdag of ’s nachts heel vaak naar de wc moet. Of telkens aandrang voelt en er niets komt of wanneer je een onderbroken urinestraal hebt.’’

Het probleem hierbij is wel dat deze klachten ook horen bij het ouder worden. ’’Als je 80 bent, heb je deze klachten, simpelweg omdat je prostaat groter wordt.’’

Heel soms hebben mannen last van andere klachten, zoals bloed in de urine of het zaad of pijn rond de bildnaad. ’’Een belangrijk symptoom is ook een erectiestoornis.’’

Niet alleen de behandeling van prostaatkanker wordt steeds beter, ook de onderzoeksmethodes worden minder invasief. Een voorbeeld daarvan is een multiparametrische MRI, vertelt Incrocci. Deze kan vaak een andere, vervelende ingreep voorkomen: het afnemen van biopten. ’’Daar kun je ook nare bijwerkingen van krijgen, zoals een bloedvergiftiging. Het past bij ons doel: steeds efficiënter en beter behandelen.’’

Professor Luca Incrocci:‘Steeds meer mannen sterven mét in plaats van aan prostaatkanker’ | Pfizer Nederland

Geen taboe, wel op de gevolgen

Nederlandse mannen zijn nuchter en lopen niet bij elk pijntje naar de dokter. Toch maakt Luca Incrocci zelden mee dat mannen eindeloos met klachten rondlopen. ’’De meeste mannen schamen zich niet en lopen zo bij me binnen.’’

Wel rust nog een taboe op de gevolgen die prostaatkankerbehandelingen kunnen hebben. ’’Na een operatie en bestraling heb je kans op urineverlies en erectiestoornissen. Ook chemotherapie en hormonale therapie kunnen hiertoe leiden. Hoe erg de problemen zijn, verschilt per persoon,’’ zegt hij.

Na praktisch alle prostaatbehandelingen krijgen mannen last van een zogenaamd droog orgasme. ’’Omdat je geen of geen werkende prostaat meer hebt, maakt die geen vocht meer aan. En sperma bestaat voor tachtig procent uit vocht. Het gevoel van het orgasme is wel normaal.’’
 

Maandverbandje

Voor de problemen die de behandelingen veroorzaken zijn uiteenlopende behandelmethoden mogelijk, vertelt Luca Incrocci. Bij fors urineverlies lopen die uiteen van een sfincterprothese (een kunstmatige blaassluitspier) tot ballonnetjes naast de plasbuis.

’’Maar bij het grootste deel van de patiënten valt het mee. Ze gebruiken een maandverbandje en druppelen hooguit een beetje na.’’

Bij mannen die na een operatie erectieproblemen hebben, is behandeling een stuk lastiger. ’’Erectiepillen werken niet en ook het injecteren van een vloeistof in de zwellichamen van de penis werkt niet goed. Je kunt uiteindelijk tot een prothese overgaan, maar dat willen mannen vaak niet.’’

Hij vervolgt: ’’Na bestraling blijkt dat de helft van de mannen met erectieproblemen weer goede erecties krijgt met behulp van pillen. Bij de andere helft werken ze niet, maar kun je kiezen voor een vacuümpomp, een injectie in de penis en de laatste stap is ook weer een prothese. In Nederland zijn we terughoudend, maar in de VS zijn er klinieken die ze aan de lopende band inbrengen.’’

Praten over seks

Bij de meeste mannen komt het nooit zo ver. Ze hebben er vrede mee, zeker als ze wat ouder zijn, stelt Luca Incrocci. ’’Toen ik als arts begon, had ik nooit gedacht dat ik nog met mannen van 80 over seks zou praten. Die doen daar niet aan. Nu schrijf ik elke maand wel een aantal keer erectiemiddelen voor aan vijfenzeventig plussers. Wie ben ik om daar iets over te zeggen?’’

Hij wil een oproep doen aan collega-zorgprofessionals. ’’Besteed meer aandacht aan het onderwerp seksualiteit. Maak het bespreekbaar. Zo voorkom je frustraties bij mannen die er mee zitten, maar er zelf niet tegen de dokter over durven beginnen. Je kunt ook een oncologisch verpleegkundige inschakelen, die voorlichting kan geven. Als je maar één patiënt helpt, heb je al goed werk gedaan.’’

Pagina beoordelen Like Dislike
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.